Alles is Liefde
Als je twee jaar bent dan is vrijheid een grote vanzelfsprekendheid. Je stapt al rond op de wereld en onderzoekt alles wat je tegen komt. Stukje bij beetje ben je al aan het ervaren dat je kennelijk iemand bent. Als je te dicht bij de waterrand komt waarschuwt je mama en als je steentjes in je mond stopt zegt ze dat dat vies is en niet mag. Jij bent er alleen maar verbaasd over.
Vol verwondering ben jij op ontdekkingsreis, een reis die nu nog zonder doel is. Eindeloos balletjes in een emmertje doen om ze er vervolgens weer uit te gooien, gewoon omdat dat leuk is. Je leert klimmen en klauteren. Met vallen en opstaan ontdek je de slimste manier. Je denkertje draait op volle toeren om alles te onthouden en dit gaat helemaal vanzelf.
Hele zinnetjes klets je en langzaam komt het woordje ik in je vocabulaire. Wat dit precies betekent is nog niet helemaal duidelijk maar als je achter de gordijnen uit piept roep je verrukt “hier ben ik”!
Je zingt en je danst zonder gène. Het maakt je helemaal niks uit wat de wereld van je denkt. “Samen doen” roep je steeds want dat is zo vanzelfsprekend voor jou.
Alles is een groot eenheidsveld voor jou, je beweegt mee op alle impulsen. Tijdens het wandelen stop je zomaar omdat je een mooie bloem ziet en je ogen volgen een vlinder waar je heel blij van wordt. Vol verwondering kijk je de wereld in.
Toch ervaar je ook veiligheid bij de grenzen die je aangegeven worden. Je probeert natuurlijk wel om hier overheen te gaan. Soms met een resoluut “nee”, een andere keer met een ondeugende blik. Langzaam leer je wat mag en wat niet. Zo hoort eten in je mond en niet op de vloer, en ruim je na het spelen je blokken allemaal weer op, tenminste als je daar zin in hebt. En zo niet dan hoor je je papa of mama zeggen dat je dat toch moet doen, dan ben je lief.
En zo ontstaat je “ikje”, iemand die goed en fout leert onderscheiden in de wereld van de vormen. Op weg naar steeds groter groeien, steeds meer leren tot er van je verwacht wordt dat je het wel weet. Gevangen in de dualiteit van goed en fout ga je je eigen keuzes maken, je eigen verantwoordelijkheid dragen. Je meent te moeten voldoen aan alle verwachtingen die je voelt van anderen. Je bedenkt daar je eigen plaatjes bij en je gedrag laat zien dat je ergens bij wilt horen, dat je liefde verdient. Eerst bij je ouders en later bij je vriendjes en vriendinnetjes. En zo ontstaan je patronen zo’n beetje vanaf je vroege kindertijd. Op een complexe wijze identificeer je jezelf met al deze patronen en plaatjes. Je open blik vernauwt zich langzaam en voordat verwondering ruimte krijgt heb je al labels geplakt.
Hier is helemaal niets mis mee. Natuurlijk ga je last krijgen van je patronen en plaatjes. Ze kunnen aardig in de weg gaan zitten. Naarmate je ouder wordt ga je ontdekken hoe je steeds meer vast kunt lopen. Hierin ben je niet uniek. Wanneer je dan gaat onderzoeken hoe dat precies werkt in je denkertje en in je gevoel, hoe je afhankelijkheden zijn ontstaan, dan kun je jezelf langzaam weer gaan bevrijden. Stukje bij beetje de verwondering weer toelaten. Bij tijd en wijle heerlijk doelloos zijn. Gaan zien dat gevangenschap nodig is om ook de vrijheid te herkennen. Her-kennen omdat je het eigenlijk al kent uit je eerste jaren op de wereld, opnieuw kennen. Opnieuw kennen dat alles één is, geen afgescheidenheid. De bedachte werkelijkheid een illusie die alleen maar in je denker bestaat. En zo ontstaat er weer stapje voor stapje een steeds groter wordende vrijheid, net zolang tot je jezelf realiseert dat je niets bent, en tegelijkertijd ook alles bent, open, levengevend bewustzijn aan dat wat is. En dat noemen we Liefde.